Mijn logeerkamer was de afgelopen tijd een dumpplaats geworden voor was, kartonnen dozen, boeken etc. ‘Deur dicht, en je ziet het niet’ was m’n motto, maar dat is natuurlijk zonde! ‘Als het een fijne ruimte is om te zijn, dan maak ik er vaker gebruik van’, dacht ik. En dat is zeker waar.
Na de makeover van de logeerkamer zit ik er regelmatig voor meetings, gebruik ik het als belhok, doe ik er mijn make up en slaap ik er soms als manlief snurkt, haha. Ik stripte de kamer van alle rotzooi en prullaria en creëerde een oase van rust in Japandi stijl. Kijk je mee?
Vóór de make over
Het geeft voldoening om te zien hoe de kamer eerst was vind ik altijd, dus maakte ik ook daar even wat foto’s van. Oke, ik geef het toe: voordat ik deze foto’s maakte was het veel rommeliger. Maar als ik het eenmaal in mijn hoofd heb om iets met een kamer te doen, krijg ik ineens een opruimbui :)
Perfecte imperfectie
De sfeer die ik wilde creëren was vooral rustig, natuurlijk en minimalistisch met strakke vormen. Niet teveel poespas en overbodige prikkels. Dat past perfect bij de Japandi stijl die we de laatste tijd veel zien.
De Japandi stijl combineert het minimalistische, strakke Scandinavisch design met het simplistische, imperfecte van de Japanse stijl.
Ik was nog niet zo bekend met de Japanse stijl, dus ik heb me er even in verdiept. De Japanse stijl is gebaseerd op de Japanse levenskunst die Wabi Sabi heet. Het gaat over de schoonheid van imperfectie, dingen weglaten, niet compleet zijn en de kracht van vergankelijkheid. Dat zie je terug in verouderde materialen en asymmetrische vormen.
Ik vind het een prachtige stijl en begrijp goed dat deze stijl als een nieuwe woonstijl (bv net zoals Hotel Chique) wordt gezien. Voor de logeerkamer heb ik me laten inspireren door deze stijl, maar ik heb er ook mijn eigen draai aan gegeven. Dat is altijd een goed idee.
Denk niet teveel of iets wel of niet binnen een bepaalde woonstijl past. Maak je eigen mix met materialen en items waar je blij van wordt.
Wat kenmerkent is voor de Japandi invloeden
Kleur: ik mushroom, jij mushroomt, wij mushroomen
De kleur Mushroom van Vestingh is een hele populaire kleur en ik begrijp helemaal waarom. Het is een lichte, warme grijstint die bijna overal bij past. Ik heb de kleur op elke muur geschilderd waardoor het de perfecte basis vormt voor een Japandi interieur.
Andere kleuren die ik heb overwogen zijn créme wit, beige, bruin en terracotta. Deze kleuren ademen ook een natuurlijke en rustige sfeer uit en passen daarom ook binnen de Japandi stijl.
Meerdere houtsoorten
Vroeger was ik heel panisch over het combineren van meerdere houtsoorten, maar de Japandi stijl laat zien dat als je het goed toepast, het juist heel mooi en warm is. De truc zit ‘m in het aanbrengen van contrast.
Ik koos een Scandinavisch, licht bureau en combineerde het met de kledingkast die een donker walnoten frame heeft. Ook de leuning van de stoel bestaat uit donker hout net als wat decoratie.
Zorg bij het combineren van meerdere houtsoorten voor contrast voor een speels effect, óf blijf binnen dezelfde houtsoort en kleur voor een kalme en ingetogen sfeer.
Contrasten
Materialen - De kledingkast op mijn logeerkamer is op en top Japandi met het webbing en walnoten hout. Hout is sowieso onmisbaar in het Japandi interieur. Ook wordt er vaak beton, rotan, linnen en keramiek gemaakt. Ook zie je hier en daar een hint van messing voor het contrast.
Kleuren - De kleuren zijn aards en licht, maar zwart of diep donker bruin is wordt veel gebruikt om meer contrast aan te brengen. In mijn logeerkamer steken de stoel en de grote donkere vaas lekker af tussen alle lichte, beige tinten.
Vormen - Als tegenhanger van de Scandinavische strakke lijnen worden vaak ronde vormen gebruikt. Ik heb deze vormen terug laten komen in de bijzettafel, lamp en decoratie.
Zelf aan de slag met de Japandi stijl?
Onthoud rust, natuurlijk, balans, minimalistisch, ambacht, strak en organische vormen. Met deze uitgangspunten lukt het je vast om je eigen Japandi interieur te creëren!
Fotografie: Lotte van Uittert & Amber van de Velde